Memrec: een pil tegen doodsangst
09-29-2020
De jongste methode in de aanpak van fobieën heet Memrec. Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en een bètablokker beïnvloedt het angstgeheugen, waardoor mensen met één behandeling van hun fobie verlost kunnen worden. Marike Simons onderging het voor haar spinnenfobie.
Verlost van een levenslange fobie na een goed gesprek, een paar minuten doodsangst en een pil. Het is oneerbiedig om een baanbrekende behandeling op basis van jarenlange studie en wetenschappelijk onderzoek zo samen te vatten, maar helemaal onjuist is het niet. Wat Memrec beoogt is een verandering teweegbrengen in de manier waarop angst wordt opgeslagen in onze hersenen. De methode is het resultaat van onderzoek door prof. dr. Merel Kindt, hoofdonderzoeker van de PsyPoli aan de Universiteit van Amsterdam en oprichter van Kindt Clinics, behandelcentrum voor fobieën en PTSS. Maartje Kroese is daar psycholoog. Zij vertelt: “Vroeger dachten we dat angst in het langetermijngeheugen werd opgeslagen en onveranderlijk was. Nu weten we dat het angstgeheugen elke keer dat een angst wordt opgeroepen tijdelijk open staat voor verandering. Daarna wordt het weer opgeslagen in het langetermijngeheugen. Wat wij doen is ingrijpen in het proces van heropslag.” De angst wordt eerst opgeroepen, om de betrokken hersenverbindingen te activeren. Dat houdt in dat degene met de fobie kort wordt blootgesteld aan zijn ergste nachtmerrie. Wanneer hij of zij dan een stapje verder gaat dan normaal en de neiging om te vluchten weerstaat, ontstaat een leerervaring voor de hersenen. Dat creëert een instabiele staat van de betrokken hersenverbindingen. “Op dat moment halen wij de persoon uit de angst en geven hem een bètablokker. Die blokkeert tijdelijk receptoren in de hersenen waardoor de processen die nodig zijn om de specifieke angst weer op te slaan in het langetermijngeheugenAls dit lukt, is de angst daardoor in één keer drastisch verminderd. Memrec werkt voor irreële angsten, benadrukt Kroese. “We kunnen bijvoorbeeld niet de hele angst voor slangen wegnemen, want angst heeft ook een functie. Dat zou ook niet ethisch zijn. Wij pakken alleen het irrationele stuk.”
Lichamelijke reactie
Marike Simons onderging de behandeling voor haar spinnenfobie. Hoe bang was zij? “Ik verkrampte volledig bij het zien van een spin. Mijn hersenen stopten met werken.” In haar studententijd fikte ze bijna haar kamer af, omdat ze met deodorant en aansteker “een joekel” te lijf ging die bij de gordijnen zat. Tijdens een kampeerweekend met vrienden sliep zij in de auto vanwege twee parende spinnen op het tentdoek. “Rationeel slaat zo’n fobie nergens op,” bevestigt Kroese, “Maar de lichamelijke reactie is enorm hevig. De hartslag gaat omhoog, mensen gaan zweten of trillen, ze willen vluchten. Mensen voelen echt een doodsangst, het beest moet weg of zij moeten weg.” Simons wist al zeker 25 jaar dat zij iets aan haar fobie moest doen. Uiteindelijk gaf een gepland weekend op Texel de doorslag. “Mijn man had daar een huisje geboekt, maar in zo’n huisje zitten spinnen en dus durfde ik er niet heen. Maar ik ben opgevoed door een angstige moeder en ik wilde mijn angsten niet doorgeven aan mijn twee dochters.” Er moest nu echt iets gebeuren. “Ik had gelezen over Memrec en vond de aanpak subliem in zijn eenvoud.”
Vogelspin
Eerst had Simons een uitgebreid gesprek met de therapeut over de angst zelf. Daarna werd ze meegenomen naar een kamertje. “Ik wist dat ik daar niet in wilde. In dat kamertje stond een tafeltje, met daarop een glazen bakje met daar in een vogelspin. Ik zakte bijna door mijn benen bij de deur. Paniek, huilen. Elke keer weer kreeg ik mijn paniek onder controle en ging ik een stapje verder. Weer huilen. Nog meer huilen. Ik brak in duizend stukjes.” Die ineenstortende angst en dan toch doorgaan blijft binnen acceptabele grenzen, maar is nodig om de hersenen in een instabiele staat te krijgen. “Ik dacht dat ik ging flauwvallen,” vertelt Simons, die het gelukt is om bij het bakje met de vogelspin te komen. “Toen stopte het, de therapeut nam me mee, ik kreeg een pil en moest twee uur rustig in een andere kamer blijven zitten, met een boekje. Ik mocht niet meer aan spinnen denken. Ik ben naar huis gefietst en gaan slapen. Ik was helemaal gesloopt.”
De volgende dag kwam ze terug om te toetsen of de behandeling had gewerkt. “Ik ben lachend de kamer met de vogelspin ingegaan. Het leek wel magie!” Helaas bleek Simons bij de twintig procent te horen die een tweede behandeling nodig had: de vogelspin was geen probleem meer, maar die zijn er niet op Texel. Daarom wilde de therapeut nog even testen met een Hollandse spin. “Dat ging goed tot ik hem moest aanraken. Daar kwam de paniek weer en het huilen. Toch heb ik het gedaan! Daarna was ‘t hetzelfde verhaal: pil erin, boekje lezen, naar huis en slapen. De volgende dag kwam ik terug – niets meer aan de hand! Ik kan nu een spin buiten zetten met een glas en een papiertje. Zonder te griezelen!”
Grenzenloos
Kroese heeft diep respect voor mensen die hun angst zo durven confronteren. “De echte exposure duurt vaak maar een paar minuten, maar dat is enorm hard werken. Mensen zijn echt heel moe na afloop.” Waar Simons na de behandeling achter kwam, is dat de angst haar veel meer had beperkt dat ze wist. “Na deze therapie is een schil van me afgevallen. Ik ben een weekend naar Parijs geweest met mijn dochter. Dat had ik daarvoor nooit gedaan. Ik wist wel dat ik nooit naar Zuid-Amerika wilde, want daar wonen vogelspinnen, maar ik had kennelijk ook bedacht dat ik nooit alleen een landsgrens over zou gaan. Mijn fobie had uitsteeksels die mijn wereld steeds kleiner maakten. Er is nu zo veel meer opgeruimd! De angst hoorde ook bij mijn identiteit. Ik was iemand die bang was voor spinnen. Dat was comfortabel. Nu denk ik: Ik ben niet bang voor spinnen. En ik heb mijn dochters laten zien dat je angst kunt aangaan.”
Lees hier meer over de memrec-methode.
Dit artikel is gepubliceerd in HiQ Magazine #22 (november 2020)